
65
PROBLEEMOPLOSSING
De machine drukt niet af.
(ONLINE indicator ( ) knippert
niet.)
De machine staat ingesteld op offline.
Druk, als de ONLINE indicator ( ) niet brandt, op de
[SPECIALE FUNCTIE] toets ( ) gebruik vervolgens de [ ]
toets om "ONLINE/OFFLINE" te selecteren.
59
De machine is niet correct met uw computer verbonden.
Controleer beide einden van de printerkabel en zorg ervoor dat u
een ononderbroken verbinding heeft. Probeer een andere kabel.
Zie "SPECIFICATIES (STARTHANDLEIDING)" voor informatie
over kabels.
7
In de huidige toepassing is uw machine niet correct
geselecteerd voor de printtaak.
Wanneer u "Afdrukken" kiest in het menu "Bestand" van een
toepassing, moet "SHARP MX-XXXX" zijn geselecteerd in het
dialoogvenster "Afdrukken" (waarbij XXXX de modelnaam van uw
machine is).
–
Het printerstuurprogramma werd niet juist geïnstalleerd.
Volg deze stappen en controleer en bekijk of het
printerstuurprogramma juist is geïnstalleerd.
1 Klik op de knop "Start" en dan op "Apparaten en printers".
Klik in Windows Vista op de knop "Start" gevolgd door
"Configuratiescherm" en "Printer".
Klik in Windows XP op de knop "Start" en klik dan op "Printers
en faxapparaten".
2 Als het pictogram van het printerstuurprogramma van de
"SHARP MX-XXXX" wordt getoond terwijl u nog steeds niet
kunt afdrukken, is het printerstuurprogramma mogelijk niet
correct geïnstalleerd. Verwijder in zulke gevallen de software
en installeer het opnieuw.
–
De poortinstelling is niet correct.
Afdrukken is niet mogelijk als de poortinstelling voor het
printerstuurprogramma niet correct is. Stel de poort juist in. Zie
voor meer informatie de Handleiding software-installatie.
–
Afdrukken is uitgeschakeld.
Als "Afdr uitsch bij ong gebr." wordt ingeschakeld in
systeeminstellingen, is afdrukken niet mogelijk. Raadpleeg de
beheerder.
90
De machine drukt niet af.
(ONLINE indicator ( ) knippert.)
De instellingen voor het ladeformaat zijn op de machine
anders dan in het printerstuurprogramma.
Zorg ervoor dat hetzelfde papierformaat voor de lade is ingesteld
op de machine en in het printerstuurprogramma. Zie
"PAPIERFORMAATINSTELLING VAN EEN LADE WIJZIGEN"
(p.19) om de instelling voor het papierformaat van de lade te
wijzigen of zie de Handleiding software-installatie om dit in het
printerstuurprogramma te wijzigen.
19
Het gespecificeerde papierformaat werd niet geladen.
Laad het gespecificeerde papierformaat in de papierlade.
16
Afdrukken wordt traag uitgevoerd.
Gelijktijdig gebruik van twee of meer
softwareprogramma's.
Start het afdrukken na het afsluiten van alle ongebruikte
softwareprogramma's.
–
Het afgedrukte beeld is licht en
ongelijk.
Het papier is zodanig geplaatst, dat het afdrukken op de
achterzijde van het papier wordt uitgevoerd.
Bepaalde papiersoorten hebben een voor- en achterzijde. Als het
papier zodanig is geplaatst, dat het afdrukken op de achterzijde
plaatsvindt, zal de toner niet goed aan het papier hechten en
wordt er geen goed beeld verkregen.
16
Probleem Oorzaak en oplossing Pagina
Comentários a estes Manuais